|
Madiba 1918-2013 |
Madiba is dood en begraven. Wereldleiders uit de vier windstreken brachten de eerste zwarte president van Zuid-Afrika nog een laatste eresaluut. En ik, ik moest tijdens de begrafenis van Nelson Mandela denken aan de eerste twee weken van december 2007. Toen zat ik met een bende jonge maar getalenteerde muzikanten zelf in Zuid-Afrika. Voor het Southern Wind-project, met een blank jeugdorkest van bij ons (Transpiradansa!) en zwarte zanger(e)s(sen) van ginder.
Het werd een onvergetelijke trip. Al moest ik bij het heengaan van hét symbool van de strijd tegen de apartheid vaststellen dat de herinneringen aan dat prachtige land vol tegenstrijdigheden al serieuze vervagingsverschijnselen beginnen te vertonen.
Gelukkig heb ik van die orkestreis enkele dagboeknotities bijgehouden. Ik heb ze nog eens opgediept en doorgenomen. En het begon alweer te kriebelen om nog eens naar ginds af te reizen...
|
Tranpsiradansa! met Southern Wind |
Aan de ene kant van de snelweg een nette wijk met relatief kleine maar mooie huizen, allemaal afgeschermd met een hek en - zoals in alle betere wijken - daarop de naam van de beveiligingsfirma die er de bewaking waarneemt. Aan de andere kant van diezelfde snelweg een krottenwijk, met in golfplaten opgetrokken barakken. Veel contrasterender kon het beeld bij het binnenrijden van Johannesburg nauwelijks zijn.
Een wolkbreuk die de straten in een mum van tijd blank zet. Meer zelfs: een regenval die zo hevig is dat een bruine waterstroom alle verkeer quasi onmogelijk maakt. Ook dat is Zuid-Afrika.
We ondervonden het bij ons bezoek aan het Ipelegeng-centrum in Soweto. Soweto is de South Western Township van Johannesburg waar de zwarte bevolking in de beginjaren van de Apartheid, bijna zestig jaar geleden, naartoe werd gedreven. Jo’burg was toen dé stad van de goudontginning. Zwarten werden er door de blanke industriëlen uitgebuit: ze moesten er werken in miserabele omstandigheden voor bijna geen geld. Van heinde en verre kwamen ze naar Johannesburg maar huisvesting kregen ze er aanvankelijk niet. Het ontstaan van de township was – hoe pover de behuizing ook – een resultaat van één van de vele sociale ‘struggles’ van de autochtone bevolking in de naoorlogse jaren.
Op weg naar Soweto hebben we eindelijk, het échte Zuid-Afrika gezien. Johannesburg is, let’s face it, een vrij westerse stad. Het is maar bij het verlaten van het centrum en het binnenrijden van de buitenwijken dat je het echte plaatje te zien krijgt. De barakken waarin de zwarten wonen, de kinderen die op straat spelen zonder westers of ander speelgoed, de mensen die noodgedwongen het grootste deel van de dag op straat doorbrengen, de armen die op de vuilnisbelt op zoek gaan naar nog bruikbare materialen, een huwelijk – jawel – dat door heel de wijk luidruchtig wordt meegevierd... We kregen het in nauwelijks een halfuur tijd allemaal voorgeschoteld.
We konden ter plekke uiteraard ook niet buiten twee musea over het meest verschrikkelijke deel van de recente Zuid-Afrikaanse geschiedenis...
We bezochten het Apartheidsmuseum. Van een aangrijpende belevenis gesproken. Met videobeelden, pancartes, beelden, verhalen en authentieke documenten, in een heel indrukwekkende setting, liepen we zo door enkele decennia van rassensegregatie én kregen we bovendien de historische achtergronden van een van de meest afschuwelijke politieke systemen van geïnstitutionaliseerd racisme voorgeschoteld. Onze zwarte zanger(e)s(sen) wilden niet mee naar binnen. "Een té emotionele belevenis", klonk het.
Nadien naar het Hector Peterson-museum gereden – na ruim een halfuur wachten omdat de straten zo goed als overstroomd waren. Alweer een beklemmende ervaring. De 13 jaar jonge knaap naar wie het museum werd genoemd, was maar één van de 565 jongeren die op 16 juni 1976 omkwam toen de politie het vuur opende op een massabetoging van zwarte scholieren. Die protesteerden tegen het feit dat ze hun lessen biologie, aardrijkskunde of wiskunde niet alleen in het Engels – voor hen, na onder meer het Zulu ook al een tweede taal – maar voortaan ook in het Afrikaans zouden krijgen (de taal die door de Nederlandse kolonisator al in de 17de eeuw in het zuiden van het zwarte continent
Internationals, nota bene - speelde zich een ontroerend moment af. Op een van de laatste nummers begon een oudere dame helemaal alleen voor het podium te dansen.
|
Mama Soweto |
Toen we aan het eind van onze concertreis in een uitgeleefd zaaltje in de sloppenwijken van Soweto een concert mochten spelen - samen met de Vlaamse band
Onze dirigent kreeg er zowaar tranen van in de ogen. En ik, ik heb er een foto van genomen. En bij terugkomst, in ons koude Belgenlandje, heb ik er een liedtekst over geschreven, later nog ingezongen en opgenomen door onze Zuid-Afrikaanse vrienden. Want alleen zij konden zo goed de hoop vertolken in de blues van een song.
De blues is niet verdwenen met het afschaffen van de apartheid.
Met het heengaan van Madiba zal (hopelijk) ook de hoop niet verdwijnen.
Mama Soweto
A sunny
Jo’burg
Soweto
Sunday
When you
were dancing
While we
just played our song
Y’looked like
the old girl
Who walks the Streets of London
With clothes as rags that fit in two bags
Like everything you own
Your flashy
worn out sneakers
Never did
take you elsewhere
Like fate did
never lead you
to grief or
to despair
So you keep
dancing, Mama
As lonely
as you do
And we’ll
keep tryin’ to join you in chantin’:
“Amandla awethu”