maandag 2 december 2013

Uit het oog verloren

De ene, die wou trucker worden. De andere: friturist.
Iemand droomde van IT. En ik werd journalist.

Het was eind juni en we voelden ons klaar voor wat de rest van ons leven zou worden. Het post-humanioraleven. Hét leven, kortom. Want dat zou nu pas echt gaan beginnen, dachten we. Al speelde dat leven zich vanaf dan voor iedereen toch op een iets andere plaats af: in het leger, op het bureautje van de eerste werkgever of, gewoon, op ietwat andere schoolbanken (die van hogeschool of universiteit), in veel grotere klaslokalen die ze 'aula's' noemden en met véél meer studenten dan er ooit in 'onze' kleine klasgroepjes hadden gezeten.

Hoe dan ook: het kriebelde om eraan te beginnen. Aan weet-ik-veel wat. Zolang het maar elders was. Want we wilden uitzwermen. Uitvliegen. De vleugels strekken. Weg van waar we zaten (wisten wij veel dat we toch nog zouden te maken krijgen met de onontkoombaarheid van het bekende cliché, dat we de eens zo verguisde schooljaren later 'de schoonste tijd van ons leven' zouden noemen).

Om de leerkrachten van toen gerust te stellen: we zijn allemaal aan 'iets' begonnen. En we zijn allemaal 'iets' geworden. Van immoman tot airhostess. Van huisvrouw tot secretaresse.

Pas 26 jaar na datum hebben we dat voor het eerst kunnen vaststellen. Ruim een kwarteeuw nadat we als 18-jarigen de schoolpoort achter ons hoorden dichtslaan.

6ST, Zellik, 1986-1987. 
'Het klasje is bijna volledig / de foto is wel wat vergeeld' zong Johan Verminnen al in 1984. Het had de soundtrack van onze klassenreünie kunnen zijn, afgelopen weekend...

De klassenreünie van 6ST en 6BI. Van het Gemeentelijk Instituut voor Secundair Onderwijs in Zellik. Afstudeerjaar 1987 - nog geen tien jaar later zou de school ophouden te bestaan. 

Ondanks die paar kilootjes meer hier en daar - of die bril die in vervlogen tijden nog niet op onze neus stond - zagen we er met z'n allen nog goed uit, vonden we. Niet dat we dat met zo veel woorden hebben gezegd; het leek meer op een stilzwijgende overeenkomst die met algemeenheid van stemmen als goedgekeurd werd beschouwd.

5BI, Zellik, 1985-1986.
Veertigers, ondertussen, van wie sommigen met kinderen die al ouder zijn dan wij waren, de dag dat we elkaar uit het oog verloren.

Veertigers, ondertussen, en dus zelf al ouder dan heel wat van die leraressen toen die in de klas voor onze jeugdige neus stonden - en in onze (puber)ogen 'oude madammen' waren. We weten nu wel beter.

Veertigers, ondertussen, met eigen levens die zich, op een enkele uitzondering na, nog dicht rond de spreekwoordelijke kerktoren afspelen. Honkvast als we blijkbaar zijn. Van dat uitvliegen en uitzwermen is dus niet veel terecht gekomen. Alvast niet in letterlijke zin.

Het klasje was bijna volledig, de foto inderdaad vergeeld. Maar de ambiancemakers van toen, bleken ook nu nog de grapjassen van dienst. De zotte doos van vroeger had nog altijd even veel deugnieterij in de ogen. En de stille meisjes van weleer genoten ook tweeëneenhalf decennium later nog steeds van aan de zijlijn, zonder er veel woorden aan vuil te maken.

Ten afscheid hebben we onze geloften hernieuwd. Dat we nog eens zouden afspreken. Dat we het niet bij deze ene gelegenheid zouden laten.

En dat het nu geen 26 jaar meer zou duren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten