Zelfs een bewuste consument als ik, op zijn hoede voor de vele commerciële truken van de reclamefoor, steevast kiezend voor de voordeligste prijs-kwaliteitverhouding, wordt af en toe nog bedrogen zonder dat hij er erg in heeft. Ook in een apotheek, nochtans het soort 'winkel' waar de klanten allemaal 'patiënten' zijn en waar het mededogen (en de dito schroom) van producent en verkoper iets groter zou mogen zijn dan in een doorsnee kledingboetiek (waar de hulpvaardige winkeljuffrouw ALTIJD zegt dat het u 'past als gegoten' en dat het u 'afslankt', terwijl een blinde kan zien dat noch de kleur, noch de maat, noch het model echt flatterend zijn voor het goedgelovige slachtoffer in kwestie).
Maar goed, ik had het over apotheken. Of meer nog: over de producten die ze er verkopen. Valt er veel te zeggen over de prijzigheid van veel medicijnen en cosmetica die onder het groene kruis aan de man of vrouw worden gebracht, over het praktische gebruik van één en ander kan ik menig doktersbriefje vol schrijven. In een leesbaar geschrift, bovendien.
Wat gedacht van wondpleisters, bijvoorbeeld, die ongetwijfeld allerlei dingen doen maar één ding nooit of zelden: blijven kleven.
Of nog zoiets: een neusspray waarvan het verstuivingsmechanisme bij herhaling afbreekt terwijl het flesje nog niet half leeg is. Dan was de ouwe vertrouwde druppeltjes-versie veel handiger, maar nee, 'die hebben we niet meer, meneer'.
Om nog maar te zwijgen over al die zalfjes en crèmes in een tube: daar krijg je nooit het laatste restje uitgeperst (en dus voel je je weer bekocht). Met de witte tubes waarin de apotheker zijn voorgeschreven zalfbereidingen stopt, lukt dat doorgaans wel (dat 'uitknijpen tot aan het gaatje'), al gaan die recipiënten door veelvuldig gebruik dan weer gemakkelijk scheuren waardoor de zalf er langs alle kanten komt uitgelopen, behalve aan die kant waar je dat zou mogen verwachten: aan het uiteinde.
En dan die pillen waarvan je er, op aanraden van de dokter, maar een halfje of een kwartje per keer mag innemen. Tot de producent het lumineuze idee heeft om de verkoopsvorm van dat chemische goedje te veranderen en er een in plastic omhulsel verpakt poedertje van maakt - of een dikke, beenharde substantie die je nooit in twee, laat staan vier gelijke delen gebroken krijgt, en die je alleen in uiterste wanhoop, gek van frustratie en badend in het zweet, kunt verpulveren door middel van bruut geweld (en laat dat nu meestal net pillen zijn die, o ironie, nare uitwendigheden van overmatige stress bestrijden). Om ziek van te worden. Of toch: om 'uksels' van te krijgen!
Nog zo'n gesel voor de minder handige patiënt is de bijsluiter die bij het gemiddelde pilletje of poedertje zit. Als je je na het lezen daarvan al niet zieker voelt dan voordien (denkend aan alle mogelijke nevenwerkingen die jou als hypochonder kunnen treffen), moet je zonder bijhorende handleiding maar eens proberen die bijsluiter (doorgaans ter grootte van een uit de kluiten gewassen filmaffiche) in zijn originele vorm weer opgevouwd te krijgen. Dat lukt alleen een doorgewinterde origami-hobbyist, maar - u raadt het al - zo'n grote aanhanger van die Japanse papierkunst ben ik niet.
Misschien moet ik die farmaceutische bedrijven eens een brief schrijven met mijn verzuchtingen. Een brief, opgeplooid als een medicijnenbijsluiter, die beter aan hun handen blijft kleven dan eender welke wondpleister. Tot ze er zelf de 'uksels' van krijgen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten