zondag 26 januari 2014

Bahamontes

Een beetje verweesd en troosteloos. Met zichzelf geen blijf wetend. Ietwat verveeld en lusteloos. Zo voelt een rechtgeaarde wielerliefhebber zich wanneer de oktoberklassieker van de vallende bladeren in Lombardije alweer zijn beslag heeft gekregen en de volle drie maanden tot het begin van het nieuwe wielerseizoen als een grote, gapende leegte voor hem liggen.

Aftellen is dan het enige wat de homo cyclisticus nog rest. Aftellen. En wachten. Ondertussen wat verstrooiing zoekend bij het veldrijden, al stilt dat wekelijkse uurtje modderploeteren of wielerschaatsen  in bevroren velden de echte koershonger niet. Daarvoor worden die wedstrijden doorgaans te snel en met te weinig spankracht beslecht, is het peloton der gladiatoren op twee wielen té Vlaams en te klein en het aantal ter zake doende vedetten te dun gezaaid.

Aftellen en wachten, dus. Tot in januari, in wereldse uithoeken als Gabon, Argentinië, Australië en enkele stinkend rijke ministaatjes aan de Perzische Golf, menig startschot voor de ware helden van het ijzeren ros - en voor zij die met hen dwepen - als muziek in de oren klinkt. Want dan is het maar een kwestie van weken meer vooraleer het wielerpeloton weer in onze contreien opduikt, waar het - laat ons een kat een kat noemen - thuishoort.

Bahamontes - uit liefde voor de koers
De figuurlijke kriebels die deze koersliefhebber elke winter opnieuw teisteren - net in het seizoen dat ook de letterlijke, fysieke uksels hun hoogtepunt bereiken - werden de afgelopen weken echter meer dan verdienstelijk getemperd door een cadeautje dat ik onder de kerstboom vond: de volledige eerste jaargang van Bahamontes, een luxemagazine over de wielrennerij.

Gedrukt op dik papier dat niet alleen koers ademt maar er ook haast naar ruikt. Met minstens 144 bladzijden die genoeg lees- en kijkvoer bieden om het trimester te overbruggen dat de abonnee scheidt van het volgende nummer. Vol teksten waaraan minstens even doordacht is gewerkt als aan de rijwielen van de 'dwangarbeiders van de weg' die erin worden beschreven.

Met verhalen over de zichtbare en minder zichtbare littekens van zij die met een zadel onder hun kont geboren lijken. Met oog voor details ook - details die de laatste kilometer van een wedstrijd kleuren of een koers in zijn definitieve plooi kunnen leggen. Geïllustreerd met foto's die inzoomen, die suggereren en de blik van de lezer net dat ietsje langer vasthouden - als waren het zoekprenten van de ook al in wielerkringen bekende Thomas Pips.

Federico Bahamontes (°1928)
Het tijdschrift is genoemd naar (en opgedragen aan) Federico Bahamontes, beter gekend als de adelaar van Toledo: winnaar van de Ronde van Frankrijk in 1959 én zes keer winnaar van de bolletjestrui in de Tour. Want Bahamontes (het blad) zet niet alleen de fietsende idolen van de 21ste eeuw op een piëdestal maar duikt even vaak in het kleurrijke verleden van de wielersport, vol anekdotische heroïek en door legendarische figuren bevolkte overleveringen.

Doping, sabotage, afgunst, financiële malversaties en andere minder fraaie kanten van het koersmilieu worden door de ervaren redacteurs niet uit de weg gegaan. Maar toch spreekt passie uit elke letter, uit elk beeld.

En liefde. Liefde voor de koers.

Maar Bahamontes of geen Bahamontes: laat die wielerklassiekers nu maar weer komen. Laat die coureurs maar weer los. En laat mij maar weer gerust, op die 'grootse' voorjaarsdagen. Dan hang ik niet aan de lippen van mijn liefste huisgenote maar aan die van Michel Wuyts.

Daar begrip voor opbrengen, dát is pas liefde!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten