Veel dichter bij je huis kan cultuur niet komen wanneer je amper enkele honderden meters moet lopen om je vervolgens zo'n anderhalf uur lang te laten onderdompelen in een bad van sfeervol gezang.
![]() |
Jorunn en Annelies (2de en 3de van link op de 2de rij) én Soetkin Collier (3de van rechts onderaan): ik (helemaal links onderaan) verkeerde in goed gezelschap in augustus 1996. |
Het voerde me in gedachten terug naar de zomer van 1996 (toen ik nog meer geplaagd werd door hooikoorts dan door uksels, als ik er zo aan terugdenk). Ik kwam voor de eerste keer op de fameuze folkstage in het Pajotse Gooik terecht. In de zangklas belandde in het goede gezelschap van een dertigtal andere tot dan voor mij onbekende mensen. Onder hen drie jonge deernes. Die waren twee jaar eerder door leden van folkrockband Kadril 'ontdekt' op de laatste avond van diezelfde stage. De meisjes hadden er de honderden aanwezigen stil gekregen met een a capella-versie van de Italiaanse traditional Barbagal. Ze heetten Annelies Brosens, Jorunn Bauweraerts en Soetkin Collier, zo bleek. Als trio noemden ze zich Laïs.
Nathalie Delcroix, net als Annelies en Jorunn uit Kalmthout afkomstig, nam een tijdje later de plaats in van Soetkin (die zelf bekend zou worden met Urban Trad). Amper twee jaar nadat ze nog ongedewongen en enthousiast voor bovestaande foto poseerden, hadden de Kempische meiden een eerste cd klaar. Ze scoorden er mee in binnen- én buitenland. Ze coverden Sinead O'Connor en Jacques Brel, speelden het voorprogramma van Sting en I Muvrini en werden door het Amerikaanse countrymonument Emmylou Harris uitgebreid gecomplimenteerd voor hun harmonieuze samenzang.
Na veel buitenlandse optredens en nog meer muzikale experimenten zag ik ze zelf voor het laatst aan het werk op het Dranouter Festival in 2005, waar ze het podium deelden met Rum, het mannentrio dat begin jaren zeventig als Vlaamse folkband de lijsten van Humo's Pop Poll aanvoerde. Met Paul Rans, Wiet Van de Leest en de betreurde Dirk Van Esbroeck. Twee populaire folkgeneraties op één podium.
Toen ik ze onlangs terugzag, in onze parochiekerk, stonden de dames er weer met z'n drietjes, enkel geruggensteund door een bijwijlen jazzy hammondorgel, enkele diepe cello-bourdonpartijen en wat dromerige harpklanken. Met een midwinterconcertje, dus. Met nieuw materiaal (gedurfde covers van - alweer - Sting en Bob Dylan, bijvoorbeeld) maar ook liedjes die uit de verschillende programma's van hun bijna twintigjarige carrière werden geplukt. Ze werden ongecompliceerd aaneengeregen tot een warme voorstelling.
Hun angel voices, zoals de eerder genoemde Marrylou Harris ze ooit omschreef, kwamen beter dan ooit tot hun recht (zelfs van op de preekstoel). Omdat de meisjes van toen moeders zijn geworden? Omdat ze met deze sober georkestreerde Midwinter Tales weer heel dicht aansluiting vonden bij hun muzikale roots? Of omdat wij ons nog eens even nostalgisch lieten terugvoeren naar die zangstage in Gooik? En naar de jaren nadien, toen we met enkele vrijwilligers vanuit Folkcorner Den Appel in Asse mee de aanzet gaven tot het platenlabel Alea waarop Laïs' debuutalbum verscheen.
Na het concert hebben we mee aangeschoven om het cd'tje van hun Midwinter-tour te kopen (en te laten signeren). Om nog even dag te zeggen, ook, na zo vele jaren - en om te horen dat ze het eten in het restaurant van de manège in ons dorp 'keilekker' vonden.
Het cd'tje zal alvast geen mal figuur slaan naast die andere prachtige winterplaten in mijn collectie, zoals If on a Winter's Night van Sting en Funny Looking Angels van Smith & Burrows. Over goed gezelschap gesproken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten