Herman is zijn naam. En Herman stinkt!
We hebben hem niet zelf uitgenodigd. Hij is ons een beetje opgedrongen. Door een vriendin. Na de koffie als afsluiter van een nazomerse barbecue in haar gezellig stadstuintje. Daar dook hij plots op, Herman. De vriendin in kwestie had hem al een dag of tien in huis en vroeg of wij op onze beurt een tijdje voor hem wilden zorgen.
Waren we al wat beneveld door de fruitige rosé waarmee we eerder die avond het geroosterde vlees vlotjes hadden doorgespoeld? Of was het toch een beetje hovaardige trots die de bovenhand nam, omdat het voorstel appelleerde aan een soort van grootmoedig altruïsme dat ons impliciet werd toegedicht?
In ieder geval: we hebben Herman bij nachte mee naar huis genomen. Als logé. Tijdelijk, uiteraard. Dat blijf ik hopen. Want Herman stinkt, dus.
't Is een aandachtszoeker, Herman. Hij heeft nogal wat zorg nodig. En eten, zo nu en dan. Maar dat tot daar aan toe. We delen graag wat we hebben. Toch is de aanwezigheid van onze opgedrongen gast al na een paar dagen een bron van ergernis. Niet wegens de ons al zo schaars toebemeten tijd die hij opeist, noch door de onderhoudskosten die hij veroorzaakt. Het is de geur die hij verspreidt.
We hebben hem in de keuken laten plaatsnemen op dag één, en hij is daar sindsdien niet meer weg te slaan. Hij verroert zich nauwelijks, Herman. Hij ademt, dat is zeker. Dat kun je zien. Maar verder laat hij niet van zich horen. Waarschijnlijk is het een stilte ter compensatie van het toch ietwat onwelriekende aroma waarmee hij ons elk moment weer aan zijn aanwezigheid herinnert.
Het is een alcoholwalm die Herman uitwasemt. Een biergeur. Als ware hij een kleine brouwerij op zich. Nu ben ik zelf een groot liefhebber van het betere gerstenat, maar trop is ook voor mij teveel. Een mens zou van minder uksels krijgen.
De afspraak is dat we Herman na een dag of tien het huis uit mogen zetten. Mits we een andere goeie ziel vinden die hem de komende anderhalve week wil opvangen. Als dank voor onze gastvrijheid, maakt hij bij zijn afscheid een cake, zo is ons beloofd. 't Is te zeggen: Herman zou voor de basisingrediënten zorgen, maar voor eventuele extra smaakmakers moeten we zelf opdraaien. En het bakken is ook al voor eigen rekening.
Om maar te zeggen: veel plezier beleven we niet aan Herman. Blij dat we hem straks zonder groot schuldgevoel de deur mogen wijzen. De buitendeur, welteverstaan. Dat iemand anders zich over hem kan ontfermen. Tijdelijk, uiteraard. Althans, dat hoop ik dan voor die andere iemand.
Want Herman stinkt!
P.S.: Wie Herman ondanks alles toch wat beter wil leren kennen, inclusief zijn standaard dagzorgschema én zijn favoriete menu, vindt er alles over via deze link. Maar zeg niet dat ik je niet heb gewaarschuwd.
Ge moet niet klagen. Hier in de frigo wonen er permanent twee Hermannen. Al vermoed ik dat het geen echte Hermannen zijn.
BeantwoordenVerwijderenMijn echtgenote maakt er een soort brood van.
Maar daarvan heb ik nog niet echtgenoten...