woensdag 13 augustus 2014

Obelix en de pannenkoeken

Regen. Véél regen. Dat is dé reden waarom heel wat mensen Bretagne vaak al bij voorbaat schrappen van hun lijstje met potentiële vakantiebestemmingen. Het is het grootste vooroordeel waarmee de Bretoenen zelf de spot drijven, onder meer op de talrijke grappige postkaartjes die in dit meest westelijke 'uitsteeksel' van la douce France te koop worden aangeboden.

Tijdens ons recentelijk verblijf rond de golf van Morbihan zijn we welgeteld 20 minuten geplaagd geweest door hemelvocht. Het zuidelijke deel van Breizh, zoals deze regio in het plaatselijke taaltje wordt genoemd, krijgt naar verluidt jaarlijks zo veel uren zon als de Azurenkust. En al die stralen hebben wij met graagte op onze bleke huid laten schijnen.

Les alignements de Ménec.
Even ontvankelijk hebben we ons opgesteld ten opzichte van de plaatselijke culinaire specialiteiten. Schaal- en schelpdieren, uiteraard. Maar vooral: pannenkoeken. Des galettes de blé noir ofte boekweitpannenkoeken als hoofdgerecht, geserveerd met alle mogelijke hartige lekkernijen als kaas, spiegelei, ham of worst. Met als dessert uiteraard een gesuikerde crêpe de froment, bij voorkeur met caramel au beurre salé. En om één en ander door te spoelen: niets zo verfrissend als wat biologische appelcider van een plaatselijke boerderij, geserveerd in une bolée - inderdaad: in een zjat!

We hebben zowat alle crêperieën van het Zuid-Bretoense Carnac getest, en die van le village de Ménec het best bevonden. In een authentieke oude hoeve, grenzend aan de grootste menhirsite van de streek, met meer dan duizend rechtopstaande stenen, mooi uitgelijnd in alignements, netjes geordend van klein naar groot.

Obelix moet zich hier destijds nogal hebben uitgeleefd. Al hadden we hem toch aangeraden zijn everzwijnendieet aan te vullen met wat crêpes et galettes zo af en toe - en zijn steevast vals zingende bard Assurancetourix te vervangen door een van de artiesten die we in het nabijgelegen Lorient mochten bewonderen tijdens het Festival Interceltique. Zelden zo veel doedelzakspelers op één plaats het mooie weer zien (en horen) maken.

Enfin, ik moet dringend aan een eigen, alternatief Asterix-album beginnen, denk ik. Waarbij die ene kleine nederzetting in het toenmalige Bretagne moedig weerstand blijft bieden aan een plaag van jeukend eczeem die het hele dorp teistert. Dankzij de toverdrank of potion magique (die we trouwens ook mochten degusteren aan het einde van een van onze pannenkoekenhuisbezoeken).

Door die onverdroten strijd van Obelix en de zijnen is de hele regio tot op vandaag trouwens nog volledig uksel-vrij, zo wil het de legende - en zo mocht ik het met plezier zelf ondervinden.

Al kan dat ook aan de gezonde Atlantische zeelucht hebben gelegen...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten